De hoeveelheid vocht bepalen in de wortelzone met behulp van een magnetron
Monster nemen in het veld
Om de hoeveelheid vocht in de wortelzone te bepalen kunt u met een gutsboor grondmonsters steken.
Door een aantal steken (minimaal 12 per perceel, op een representatieve plek in het perceel en op een diepte van de effectieve wortelzone) wordt grond verzameld en in de magnetron gedroogd. U moet de gutsboor betrekkelijk gemakkelijk in de grond kunnen drukken. Op een diepte waar u echt moeite moet doen om de boor in de grond te drukken is vaak ook geen beworteling meer mogelijk. Controle van de effectieve wortelzone is altijd belangrijk.
Voor gewassen die op ruggen geteeld worden (bijvoorbeeld aardappelen) is het vaststellen van de effectieve bewortelingsdiepte wat lastiger. Om hier de effectieve bewortelingsdiepte te bepalen moet u eerst een gedeelte van de rug gladstrijken en van daaruit beginnen te meten.
Voor de vochtmonsters die u neemt uit een gewas dat op het vlakke veld wordt geteeld maakt het niet uit of u het monster steekt tussen de rijen of in de rijen. De vochtmonsters die u steekt in bijvoorbeeld aardappelen moet u op ½ vanuit het midden van de rug steken:
De verzamelde grond wordt verzameld in een stevige plastic zak. Zorg ervoor dat het monster niet uitdroogt dus houdt deze in de schaduw. Het monster moet na het verzamelen goed worden gemengd.
Neem uit de plastic zak een monster van 200- 250 gram grond. Weeg deze nauwkeurig af met de weegschaal (op 1 gram nauwkeurig). Verspreid de grond goed in een ruime magnetronbestendige schaal.
Weeg vooraf de schaal waarop u het monster gaat drogen (op 1 gram nauwkeurig).
Zet het afgewogen monster in de magnetron. Het vermogen van de magnetron moet ingesteld worden op 600 – 700 watt.
Houdt een droogtijd aan tussen de 12 en 14 minuten. Dit kan gecontroleerd worden door het grondmonster na 12 minuten drogen te wegen en vervolgens na 2 minuten extra droogtijd het monster nogmaals te wegen. (1 of enkele malen herhalen). Wanneer het gewicht van het monster niet meer afneemt na de extra droogtijd, is al het vocht uit de grond verdampt en kan op deze manier de droogtijd worden vastgesteld.
Als u meerdere monsters vlak na elkaar wilt drogen kunt u het beste een korte wachttijd hanteren tussen het drogen van twee monsters (ca 5 minuten) i.v.m. het oververhit raken van de magnetron.
Na het drogen van de grond kan vervolgens de volumefractie vocht worden uitgerekend. Dit is de massaverhouding tussen de water- en de vaste fase vermenigvuldigd met de dichtheid van de grond. Voor zandgronden met 3 – 4% organische stof wordt gemiddeld een dichtheid van 1,4 aangehouden (u kunt het preciezer aflezen in tabel 1, gebruik makend van uitslagen van grondonderzoek). Het volumepercentage vocht is de vochtfractie vermenigvuldigd met 100%.
De vochtinhoud van de grond per 10 cm laagdikte (mm) is qua getal gelijk aan het volumepercentage. De vochtinhoud per 10 cm laagdikte grond is:
(gewicht schaal natte grond – gewicht schaal droge grond)
———————————————————————————— x 100 x v.g.
(gewicht schaal droge grond – gewicht lege schaal)
Tabel 1: volumegewichten van grond bij verschillende org. stofpercentages
Het voorbeeld van uw perceel kan er als volgt uitzien:
Gewicht schaal natte grond: 610 gram
Gewicht schaal droge grond: 585 gram
Gewicht lege schaal: 405 gram
Volumegewicht grond is 1,42
(In dit geval was het monster dus 610 gram – 405 gram = 205 gram)
Invullen in formule:
610 – 585 25
———————– x 100 x 1,42 = —- x 100 x 1,42 = 20 mm*
585 – 405 180
* Dit is de hoeveelheid vocht per 10 cm bewortelingsdiepte. De vochtinhoud van de wortelzone is dus 5 x 20 mm = 100 mm.