Capillaire werking

 

Het principe waarbij water tegen de zwaartekracht in via aaneengeschakelde kleine holtes (poriën) tussen de bodemdeeltjes naar boven stijgt heet capillaire werking. Het grondwater kan via deze capillaire vaten naar boven stijgen.

Een goede capillaire werking in de grond heeft fijne poriën nodig en bepaalt voor een groot deel het vochtleverend vermogen van de grond. Water stijgt goed door poriën van minder dan 0,1 mm doorsnede. Omdat voor de beworteling poriën van meer dan 0,2 millimeter van belang zijn, is het goed om een afwisseling van verschillende grootten poriën in de bodem te hebben.

 

De capillaire nalevering inschatten

Het meten van de grondwaterstand is de methode om de capillaire nalevering in te schatten. Door regelmatig het vochtgehalte in de grond te bepalen, kunt u het meten van de capillaire nalevering omzeilen. Als er namelijk sprake is van capillaire nalevering zal het vochtgehalte in de grond minder snel dalen dan u berekent uit de actuele vochtvoorraad minus de verdamping.

Als u toch een inschatting wilt maken van de capillaire nalevering kunt u gebruik maken van onderstaande tabel.

 

Tabel 1: capillaire nalevering bij verschillende grondwaterstanden en verschillende ondergronden.

Ondergrond Afstand tussen wortelzone en grondwater in cm waarbij een capillaire nalevering in mm/etmaal mogelijk is van:
3 2 1 0,5
O1 75 80 90 115
O2 100 105 115 145
O3 105 110 115 180
O4 134 150 176 200
O5 40 45 55 62
O6 29 37 57 85
O8 84 97 120 145
O9 69 84 113 145
O10 56 70 100 135
O11 39 50 73 105
O12 18 24 38 60
O13 16 19 26 35
O15 105 125 161 195
O16 34 42 59 80
O17 52 63 85 115

 

Tabel 1 dient slechts als een globale schatting van de capillaire nalevering. U kiest bij de code van de grondsoort die aanwezig is op diepte van de grondwaterstand. Verder gaat de tabel er dan van uit dat de grondsoort tot de onderkant van de effectieve wortelzone gelijk blijft.

Houd er rekening mee dat de capillaire opstijging nooit de gewasverdamping kan overschrijden. Zou dit wel het geval zijn volgens de berekening, vul dan het aantal mm’s van de gewasverdamping in.

Voorbeeld:
Stel u heeft een effectieve wortelzone van 50 cm. U meet een grondwaterstand van 155 cm onder maaiveld. Het verschil tussen de onderkant van de effectieve wortelzone en de grondwaterstand bedraagt dan 105 cm. Als de grondsoort ter hoogte van de grondwaterstand tot aan de wortelzone code O2 heeft, kunt u rekening houden met een capillaire nalevering van 2 mm/etmaal.